Wanneer en waarom opgericht
(Info van de oude site, linken werken niet meer)
Omstreeks 1900 kwam het onderwijs voor kinderen met een verstandelijke handicap of ontwikkelingsachterstand van de grond. Dat zette een aantal ontwikkelingen in gang, die uiteindelijk in 1942 zouden leiden tot de oprichting van een voogdij-instelling voor kinderen met een verstandelijke handicap.
De AGO-Afdeling Voogdij werd in 1970 een zelfstandige rechtspersoon met de naam 'William Schrikker Voogdij Stichting'. In 1977 werd deze naam verkort tot 'William Schrikker Stichting'. De naam van de Stichting lijkt te impliceren dat de heer William Schrikker de grondlegger van het gedachtegoed is. Hij heeft weliswaar een rol gespeeld bij de verzelfstandiging van de naar hem genoemde organisatie, maar het was Pier de Boer die de feitelijke aanzet heeft gegeven tot het oprichten van een voogdij-voorziening voor kinderen met een handicap. Omdat er al een organisatie bestond die Pier de Boer heette, is gekozen voor de naam William Schrikker Stichting.
Tijdslijn
1901
In Nederland wordt de algemene leerplicht ingevoerd. Voor kinderen met een verstandelijke handicap ontstaan hierdoor problemen, omdat de manier van lesgeven niet voor hen wordt aangepast. Zij gaan naar de BLO-scholen (School voor het Buitengewoon Lager Onderwijs). Helaas blijken veel oud-leerlingen na het afsluiten van hun BLO-opleiding in het criminele circuit of de prostitutie terecht te komen.
1922
Pier de Boer wordt aangesteld als ambtenaar voor de nazorg voor ex BLO-leerlingen in Amsterdam. Pier de Boer staat op het standpunt dat mensen met een verstandelijke handicap in hun vertrouwde omgeving het best tot hun recht komen. Hij verzet zich tegen de praktijk van het plaatsen in inrichtingen. Voor de kinderen die niet in hun eigen gezin tot ontwikkeling konden komen zocht hij pleeggezinnen.
1942
Oprichting AGO-afdeling Voogdij. In 1940 heeft Pier de Boer de hand weten te leggen op een achttiende-eeuws landhuis aan de Vecht bij Maarssen, Huize Vechtoever. Hij kan dit kapitale pand huren voor één gulden (tegenwoordig vijfenveertig eurocent) per jaar. Huize Vechtoever zou een 'debieleninternaat voor jongens worden. Pier de Boer betrekt het pand, samen met zijn zoon Pier junior, een staf van vier personen en vijf pupillen. In de loop van de bezetting zou het aantal pupillen oplopen tot 40 personen. In de hongerwinter gaat het slecht met de voedselvoorziening. Er zijn op dat moment zo'n 80 mensen op Vechtoever ondergebracht: naast de gewone pupillen ook de patiënten van een nood-ziekenhuis en een aantal onderduikers.
1945
Pier de Boer overlijdt aan een hartkwaal, hij is 61 jaar oud geworden. Met zijn overlijden gaat veel kennis en ervaring verloren.
1952
Na 1945 streeft de kinderbescherming naar verbetering van de hulpverlening. Er wordt gestreefd naar meer pleeggezinplaatsingen. Met succes; in 1952 is de helft van het totaal aantal kinderen in de kin-derbescherming in pleeggezinnen ondergebracht.
1970
De AGO-Afdeling Voogdij wordt een zelfstandige rechtspersoon met de naam William Schrikker Voogdij Stichting. Eigenlijk ligt het voor de hand om de afdeling voogdij de Pier de Boer Stichting te noemen, maar helaas blijkt in Sneek al een stichting te bestaan met een dergelijke naam. Men kiest daarom de naam van het bestuurslid dat het meest bij de afdeling betrokken is: William Schrikker.
1976
De groep 'kinderen met een lichamelijke handicap' wordt statutair aan de doelgroep van de Stichting toegevoegd.
1977
De mogelijkheid is inmiddels geschapen om ex-pupillen na het bereiken van de meerderjarigheidsleeftijd te blijven begeleiden. Dit behoort niet tot de voogdijwerkzaamheden; vandaar dat besloten wordt het woordje 'voogdij' uit de naam van de Stichting te schrappen. Vanaf 1 januari 1977 is er sprake van de 'William Schrikker Stichting'.
1982
Per 1 december 1982 wordt de William Schrikker Stichting door het Ministerie van Justitie ook erkend als (gezins)voogdij-instelling. Door veranderende inzichten wordt steeds vaker de ondertoezichtstelling (OTS) uitgesproken.
1983
De William Schrikker Stichting gaat zich oriënteren op de zogenaamde 'vrijwillige pleegzorg'.
1984
Het toenmalige Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur gaat de vrijwillige pleegzorg subsidiëren.
1988
Start Project Intensieve Pleegzorg (PIP). Het PIP heeft als doelstelling om de plaatsing en opvoeding van problematisch functionerende jonge (licht) verstandelijk gehandicapte kinderen in pleeggezinnen mogelijk te maken, zolang dit goed voor het kind is en haalbaar voor de pleegouder(s).
Ook wordt in dit jaar de Stichting Bewindvoering en Beheer W.S. opgericht, voor meerderjarige ex-pupillen die niet in staat zijn zelf hun financiële belangen voldoende te behartigen.
Ook wordt in dit jaar de Stichting Bewindvoering en Beheer W.S. opgericht, voor meerderjarige ex-pupillen die niet in staat zijn zelf hun financiële belangen voldoende te behartigen.
1989
De Wet op de Jeugdhulpverlening gaat van kracht. Eén van de kernpunten van deze wet is de regio-nalisering of provincialisering van de hulpverlening. De William Schrikker Stichting speelt hierop in door een interne regionalisering door te voeren. De Stichting blijft wel landelijk werken om zo de specifieke kennis te behouden.
1993
Oprichting Voorziening voor Pleegzorg van de William Schrikker Stichting. De Voorziening voor Pleegzorg neemt de begeleiding van de pleeggezinnen en alles wat erbij komt kijken op zich.
1995
De nieuwe OTS (ondertoezichtstelling)-wet treedt in werking. De leiding van de uitvoering van de OTS ligt voortaan bij de gezinsvoogdij-instelling.
1998
De stichting start het project jeugdreclassering voor (verstandelijk) gehandicapte jeugdigen. Bij herhaling krijgt de Wiliam Schrikker Stichting verzoeken om voor deze groep jongeren jeugdreclassering uit te voeren. In 2000 wordt het project omgezet in een vaste vorm van hulpverlening.
2001
2001 staat voor de William Schrikker Stichting in het teken van de reorganisatie. Van de politiek moet de jeugdhulpverlening anders worden ingericht. De concepttekst van de Wet op de Jeugdzorg schrijft voor dat het toewijzen van hulp en het aanbieden van hulp niet in één stichting verbonden mag zijn.
De lobby richting politiek wordt aangetrokken om duidelijk te maken dat kinderen met een handicap of chronische ziekte in ernstige opvoedingsproblemen specifieke hulp nodig hebben.
De lobby richting politiek wordt aangetrokken om duidelijk te maken dat kinderen met een handicap of chronische ziekte in ernstige opvoedingsproblemen specifieke hulp nodig hebben.
2004
Op 1 januari 2004 wordt de William Schrikker Stichting: William Schrikker Groep. De Groep bestaat uit de zelfstandige onderdelen: jeugdbescherming, jeugdreclassering, pleegzorg, bewindvoering & beheer en een expertisecentrum. Deze kenmerken zich door een sterke onderlinge samenhang (grotendeels dezelfde doelgroep en missie) en tegelijkertijd een grote zelfstandigheid in het aangaan van samenwerkingsverbanden. De vijf onderdelen van de William Schrikker Groep hebben elk hun eigen specialisme, waardoor ze elkaar kunnen versterken.